Saturday, December 20, 2008

Titels en Traktaten

Over nieuwe dichtbundels van Lies Van Gasse, Maarten van den Berg en Hanz Mirck

Ik heb iets met titels ! ‘Hetzelfde gedicht telkens weer’ is de titel van de debuutbundel van de jonge Sint-Niklase dichteres Lies Van Gasse. Automatisch zul je de gedichten in de bundel afwegen tegen deze overigens ondubbelzinnig programmatische titel. Schrijft deze jonge vrouw in haar drang naar perfectie inderdaad telkens hetzelfde gedicht ? De gedichten in ‘Traktaatjes’ van Maarten van den Berg krijgen door de verkleinvorm in de titel een zekere ambigue poëticaliteit toebemeten. De titel van de nieuwe, erg geslaagde bundel van Hanz Mirck is complexer en eigent zich een stuk realiteit toe dat buiten de dichtbundel ligt. In het laatste erg bevreemdende gedicht wordt een man overreden door een vrachtwagen met het discrete opschrift ‘Archiefvernietiging’

KANTIAANSE SNIPPERS

In het titelgedicht van de nieuwe bundel van de jonge, Hollandse dichter Hanz Mirck gebeurt iets zeer merkwaardigs. De ‘je’-persoon in het gedicht is getuige van een bizar ongeluk op de autosnelweg. Een man met pech stapt uit zijn wagen en wordt aangereden door een vrachtwagen, waarna hij nog eens overreden wordt door verschillende auto’s. Na elke klap kruist zijn vragende blik die van zijn vrouw, die aan de overkant toekijkt. Ondanks het schrijnende voorval en de schijnbare dynamiek van het hele gebeuren, is het een vrij statisch en tergend traag gedicht. Als in een slow motion film focust alles zich op het oogcontact tussen de stervende man en de hulpeloze vrouw. Andere geluiden en bewegingen worden als in een filmscène van David Lynch weggezogen naar de achtergrond. Het verhaal verloopt van de man en de vrouw naar de ‘jij’-persoon en de vrachtwagen met het opschrift ‘archiefvernietiging’ in een filmisch procedé dat Mirck doorheen de bundel meermaals bezigt.

met dat stil opschrift haast uit het zicht
Misschien hoe je bij dit ongeluk dacht
aan geluk

(uit : ‘Archiefvernietiging’)


Misschien is het allemaal niet zo letterlijk bedoeld. Of hij nu echt getuige was van een ongeluk of niet, doet weinig ter zake. De merkwaardige driehoeksverhouding van man, vrouw en het contradictorische ‘geluk-bij-een-ongeluk’ gevoel van de toekijkende ’jij’-persoon maken het gedicht spannend. Het kijken naar kijken naar kijken ook… Mirck gebruikt een niet erg strenge sonnetvorm voor zijn gedichten. Van het sonnet behoudt hij de twee kwatrijnen en de twee terzinen en de volta in de allerlaatste strofe. De vorm van het sonnet past als gegoten bij bovenstaand titelgedicht. Elders vormt het hier en daar wel een belemmering. Ik lees te veel gedichten in ‘Archiefvernietiging’ waarin de pointe niet voldoende tot zijn recht komt en het sonnet verzandt in stroop. ‘Het donker’ is in dat opzicht één van de meest geslaagde gedichten van de bundel. Mirck roept hier een onzichtbare hand op, die ’s nacht de dingen in ons hoofd ontregelt. In feilloze bewoordingen schetst hij hier een onthutsend mysterieuze wereld.

Maar het is geen hand
en het is niet willekeurig
Het is een systeem

veel eenvoudiger
dan wij kunnen begrijpen
Feilloos

(uit : ‘Het donker’)

Vrachtwagens met het opschrift ‘archiefvernietiging’ zie je meestal geparkeerd staan aan banken, verzekeringsinstellingen en aan openbare gebouwen. Ze hebben als taak om vertrouwelijke documenten op te halen en om die door de papierversnipperaar te halen. Gewichtige dossiers worden vernietigd en versneden tot luchtige en veelkleurige onleesbare linten papier. Mirck koos de titel niet toevallig. In zijn gedichten haalt hij meermaals de realiteit door de mangel. Ook hier gebeurt een soort ‘archiefvernietiging’, maar dan in omgekeerde richting. Door een gedachte of een herinnering op papier te zetten of in een gedicht te gieten, vernietig je meteen je archief, i.c. de achterliggende gedachte of de herinnering. Dat Kantiaanse perspectief wordt bijna letterlijk vertolkt door de moeder in het schitterende gedicht ‘Zuivere rede’.

Ik kijk alleen maar even, hoor
Hebt u ook kant ? Kant. Nee, kant ! KANT !
Wacht, ik ga mijn man halen. Mijn man !
Ik ga mijn man halen ! U begrijpt mij niet

(uit : ’Zuivere rede’)

TAXIRITJES

Van de Hollandse dichter Maarten van den Berg had ik nog nooit gehoord. Volgens de achterflap van zijn debuutbundel is hij overdag dichter, schilder en beeldhouwer. ’s Nacht is hij taxichauffeur. Ik veronderstel dat ‘Traktaatjes’ zijn debuutbundel is. Ik vond nergens iets over van den Berg terug. De online Winkler Prins encyclopedie zegt dat een ‘traktaat’ een verhandeling betreffende een theologisch of een filosofisch onderwerp is. Het woord kan echter ook een verjaardags- of een nieuwjaarstraktaat betekenen of in dit geval een traktaat voor de lezers. Van den Berg noemt het zelf een ‘aanbod van bepaalde woordvolgorde s in [kort] gesteven verband ;’. De traktaatjes van Maarten van den Berg zijn kortere of langere gedichten in losse versvorm, alledaagse bespiegelingen over niet-alledaagse gebeurtenissen. De flap van de dichtbundel is een rode lijn op een sober wit vlak. Het inleidende gedicht heet ‘smetkoord’. Een smetkoord is een meetinstrument dat men gebruikt voor het aftekenen van lijnen. Een dichter bakent hier zijn wereld af.

zijn hand schiet vooruit, maakt rare krullen,
het scherpe poeder verdeelt de vlakgewreven grond.

‘lees de haren op mijn arm, ze fluisteren van kou,
ze weten waar mijn aanwezigheid,
door wortels aangevoerd, vrij spel gekregen heeft.’

(uit : ‘smetkoord’)


De gedichten van van den Berg zijn niet altijd vormvast. Relatief goede gedichten worden afgewisseld door miskleunen (‘twee aapjes’, ‘tredmolen’) In ‘staalgezicht’ en ‘zondedag’ worden de beloftevolle titels niet omgezet in goede poëzie. De fragmentarische gedichten ‘de handelsreiziger/e.v.a.’ , ‘de zwarte kilometer’ of ‘gemene deler’ drijven te veel op een idee : een taxichauffeur luistert naar de verhalen van passagiers en doet er dan iets poëticaals mee. In ‘de handelsreiziger/e.v.a’ gaat het bijvoorbeeld over een handelsreiziger, die van den Berg naar zijn favoriete call girl Eva voert. Elders wisselen jeugdherinneringen en reflecties over zijn werk als schilder en beeldhouwer elkaar af. ‘paarlen’ is één van de betere gedichten van de dichtbundel. Het is een lekker mooi en mysterieus gedicht.

zacht en plooibaar parelglas

gleed kopje-onder
in nat zand

ik greep
en heb het dood getrokken

dronken
hield ik de stukken in mijn hand

de scherven liggen in het raam
en schitteren

(uit : ‘paarlen’)

KOPJES THEE

De jonge Sint-Niklase dichteres Lies Van Gasse vond haar stek bij de Amsterdamse uitgeverij Wereldbibliotheek. Dat is een zeer goede zaak. Een debuut is een riskante onderneming. Het kan je maken of het kan je breken. Bij Wereldbibliotheek zit je op dat vlak goed. De poëtische productie is kwalitatief hoogstaand en steevast erg mooi uitgegeven met veel inspraak voor de beginnende auteur. Van Gasse ontwierp zelf de omslagillustratie en de schetsen binnenin. Ze koos ook de titel ‘Hetzelfde gedicht steeds weer’. Een titel waar ik – eerlijk is eerlijk – in eerste instantie een beetje van schrok en waar ik wat bedenkingen bij had, wegens het al te programmatische dat erin vervat lag. Tot ik de titel echter kon plaatsen in het laatste gedicht van de bundel uit de cyclus ‘Verdrinken tussen kopjes thee’. Daar komt de regel terug, dit keer met komma.

Ze viel als een hond in slaap tussen de boeken.
Schreef hetzelfde gedicht, steeds weer.

(uit : ‘Verdrinken tussen kopjes thee’)

Alles ademt perfectie en muziek in de debuutbundel van Van Gasse. Een cyclus heet ‘A day without piano’. In de aantekeningen vinden we verwijzingen naar Django Reinhardt, Sonny Rollins en Don Rayes… Een inleidend gedicht en 11 cycli vormen de hoofdmoot van de bundel. Elke cyclus wordt ingeleid door een citaat : van de zangeres Nina Simone, Hadewijch, de Japanse schrijver Sei Shonagon of een zelfcitaat. Het cyclische van de bundel wordt onderlijnd door het feit dat de allerlaatste regel ‘verdrinken tussen kopjes thee’ uit het inleidende gedicht ‘De linkse is de droefste’ terugkeert als titel van de allerlaatste cyclus. Er gebeurt niet veel in de wereld van Van Gasse. Ze praat met zichzelf of met een onbepaalde ‘jij’-persoon. Dat zijn de enige twee personages in de bundel. Meestal gebeurt er wel ‘iets’ in haar gedichten, maar het wordt allemaal zo omfloerst en mysterieus weergegeven, dat je er het raden naar hebt wat er precies aan de hand is. Maar dat vormt precies de immense poëtische kracht van de bundel.

Ergens vechten wolken
om de beste plaats.
Keien spatten lallend op,
de dag beweegt zich traag.

Er is iets geland.

(uit : ‘Het kleine, blauwe huis’)


Schrijft Lies Van Gasse hetzelfde gedicht steeds weer, zoals ze in de titel suggereert ? Het antwoord is ‘neen’. Ik vind genoeg variatie in de bundel om van een verantwoord en geslaagd debuut te mogen spreken. Wel moet ik de lezer hierbij meteen waarschuwen : dit is niet van deze tijd ! Lies Van Gasse is een anachronisme. Opmerkzaamheid is geboden. In een erg luide wereld beschrijft ze een stille, schimachtige wereld waarin weinig gebeurt en waarin niet veel beweegt. Haar uitgestrakte, poëtische stukjes zijn als bonsaiboompjes of miniaturen, waaruit al het overtollige weggehaald werd. Toch betrap ik er me op dat ik telkens weer teruggrijp naar de bundel om de gedichten opnieuw te lezen. Ik vind dat een zeer groot compliment ! Er zijn weinig dichtbundels die dit met me doen. Lies Van Gasse verdient een plaats in het pantheon van onze beste Nederlandstalige dichteressen. ‘Hetzelfde gedicht steeds weer’ is een mooi debuut en één van de merkwaardigste dichtbundels van dit jaar. Een mooie afsluiter van een poëtisch 2008.

Is zij ergens gemaakt,
dan wel voor dit :
De hunkering naar tekst,
de rammelende ribbenkast van taal.

(uit : ‘Verdrinken tussen kopjes thee’)


Hanz Mirck, ’Archiefvernietiging’, Prometheus Amsterdam 2009, ISBN : 978 90 446 1263 9.

Maarten van den Berg, ’Traktaatjes’, Prometheus Amsterdam 2008, ISBN 978 90 446 1211 0.

Lies Van Gasse, ’Hetzelfde gedicht steeds weer’, Wereldbibliotheek Amsterdam 2008, ISBN 978 90 284 2273 5.

artikel te lezen op http://www.medium4you.be/Titels-en-Traktaten.html en op http://www.urbanmag.be/artikel/1455/geen-archiefvernietiging-van-traktaten-over-telkens-dezelfde-gedichten

No comments: